ERAFokkemaPhotography
Go to content

Aspirientje

Onderwijs & Zo

Aspirientje versus pijnstiller

Nieuw jaar en nieuwe kansen. Dat geldt niet alleen voor docenten, maar ook voor leerlingen. Alles begint weer van voren af aan. Het schooljaar wordt weer langzaam opgebouwd en ook het gedrag van de leerlingen ontplooit zich weer langzaam in al zijn kleurige facetten.
Zaten ze in het begin nog lief in de bank te luisteren, na een week begint de verveling toe te slaan en gaan leerlingen driftig op zoek naar alternatieven voor een les. Hun voorkeur gaat uit naar het verlaten van het lokaal, zodat ze even kunnen lopen en ook hun gedachten verzetten. Maar zomaar het lokaal uitlopen, kan natuurlijk niet, dus er moet een goed argument voor handen zijn.
Het meest voor de hand liggend is het toilet bezoek, maar dat is al snel te vaak gebruikt en dan moet er een andere smoes verzonnen worden.
Menige hand gaat nu omhoog van: "Mijn boek ligt nog in mijn kluis", maar dat wordt slechts een week geaccepteerd, daarna moeten ze eraan denken hun boeken mee te nemen, dus ook dit argument is geen lang leven beschoren.
Een andere tactiek is 'het huilende meisje'. Een meisje loopt zonder enige aanleiding huilend de klas uit en drie vriendinnen moeten haar volgen om troost te bieden, want er is iets 'heel ergs' gebeurd. Dit troosten neemt dan het hele uur, inclusief het volgende in beslag. Een en ander wordt door de pauze onderbroken, wanneer het 'een stuk beter' gaat totdat het volgende lesuur aanbreekt en het slachtoffer een plotselinge terugval heeft.
Deze methode is minder geschikt voor jongens, die liever gebruik maken van 'het aspirientje', net als meisjes die minder goed toneel kunnen spelen. Na een heldhaftige daad hebben ze pijn en willen graag een aspirientje halen. Meestal laat ik dit toe, maar hou wel in de gaten of het aspirine gebruik de vorm van een verslaving gaat aannemen.
Van de week was deze methode uitverkoren. Een meisje vroeg of ze een aspirientje mocht halen, want ze had hoofdpijn. Tegelijkertijd stak Marc zijn vinger op en vroeg of hij er achteraan mocht om een pijnstiller te halen. Ik informeerde wat de reden was. Hij vertelde zeer beeldend dat hij gister tijdens het stoeien op een fietsenrek gevallen was en 'een groot gat' in zijn bil had. Intussen zat hij op zijn stoel, gewicht keurig verdeeld over beide zitelementen, dus het gat zou wel meevallen. Dat was ook zo, maar hij had ook pijn in zijn enkel. (Ja, mij ontging ook even de samenhang).
Ik zei hem dat hij zo een aspirientje kon halen als het meisje terug was, zodat ik niet meerdere leerlingen uit één klas op de gang had lopen. Hij was het er duidelijk niet mee eens. Eerst dacht ik nog dat hij bedoelde, dat hij direct weg kon, maar dat was het niet.
Hij wilde geen aspirientje, maar een pijnstiller. Ik vroeg hem wat het verschil tussen die twee was.
"Een aspirientje is tegen hoofdpijn, maar ik heb pijn in mijn enkel".









Back to content