Wonderen zijn de wereld nog niet uit
Onderwijs & Zo
24 oktober 2022
De wonderen zijn de wereld nog niet uit
Het is al jaren geleden………… Inmiddels ben ik gepensioneerd
en geniet van mijn vrije leven en de leuke herinneringen. Daar was dit niet
eentje van. Zoals ik zei: jaren geleden was het al. Ik gaf les in een noodgebouw,
dat nogal gehorig was en daarom hoorde je haar al van verre aankomen: Sjaantje.
Sjaantje was een bijzonder meisje. Voor haar golden de
regels niet. En als we over regels praatten, dan golden alleen háár regels. Zo
had Sjaantje geen kluisje, want ze had haar eigen oplossing. Sjaantje haatte
fietsen en regen. Er waren meer leerlingen die er zo over dachten en die kwamen
met de bus, maar Sjaantje had een invalidenautootje aangeschaft en kwam daarin
naar school. Daarmee nam ze dan een schaars zijnde vrije parkeerplaats in op de
parkeerplaats van school en dat….. was haar kluis.
Het hoeft amper betoog dat Sjaantje, die een hekel aan
bewegen had, iedere les te laat kwam. Ze had namelijk ook een hekel aan
schooltassen. Niet aan tassen op zich, want ze had een uitgebreide voorraad
make-up bij zich, maar in díe tas pasten geen boeken. Sjaantje moest dus iedere
keer vanuit het lokaal waar ze les had gehad, het gebouw uit, naar de
parkeerplaats, daar op de passagiersstoel naar haar boeken zoeken en dan weer
terug het gebouw in. Dat red je niet in vijf minuten! En Sjaantje al helemaal
niet. Zodra ze het lokaal ( te laat )
binnenkwam, begon ze gelijk te schelden op het feit dat ze geen parkeerplaats
dichterbij had kunnen bemachtigen. Een opmerking om haar duidelijk te maken,
dat ze op tijd moest komen, was gedoemd op weerstand te stuiten en verdween
daarna in het tumult.
Het gebeurde wel es (eufemistisch gesteld) dat ze eruit
gestuurd werd. Afhankelijk van het weer, ging ze al scheldend en stampend weg,
of ze weigerde te gaan. Via de mail liet ik dat dan aan de afdelingsleider
weten, die dan even zijn benen kon strekken door langs te komen en haar uit te
nodigen het lokaal te verlaten.
Een andere regel – veel gehanteerd – door Sjaantje was: ‘dat
hoeft niet van mijn moeder’. Lastig om dat we hier dan te maken kregen met
machtsterreinen. Ik vroeg haar dan hoe moeder erover zou denken als ik zei, dat
ze van mij thuis wel met haar voeten op tafel mocht zitten en met haar handen
mocht eten. Ze zei dan: Nee, want thuis is mijn moeder de baas. Ah, en hier
dan? Vroeg ik en dacht haar te hebben. “Ook,” zei ze en daar was het weer mee
gedaan.
Ik had al weinig haar, maar anders zou het niet veel meer
geweest zijn: ik zat over Sjaantje voortdurend met mijn handen in het haar,
want ik sprak haar taal niet. Maar als ze liep te schelden verstónd ik haar
wel! Ze had vele namen voor me, maar ‘meneer’ was er niet één van.
Het was met een gevoel van opluchting toen ik afscheid van
Sjaantje kon nemen.
En nu……… Ik deed de deur open, want mijn eten werd gebracht
en daar stond ik oog in oog met haar.
“Hé meneer Fokkema wat leuk!” Zei ze, alsof we altijd de
beste vrienden waren geweest en ze gaf me mijn eten en vertelde hoe het met
haar ging toen ik haar vroeg hoe het was. Al maanden bestelde ik eten bij een
restaurant uit Amsterdam, dat thuisbezorgde om door de crisis te komen. En deze
keer zou de dochter van één van de eigenaressen het komen brengen! Al maanden
had ik zonder het te weten haar moeder aan de deur gehad! Aardig mens joh!
Terwijl ze zich omdraaide, zei ze nog: “Nou schat, eet
lekker!” En liep weg. Ik deed de deur dicht en de grijns op mijn gezicht deed
bijna pijn. Ze had me zoveel genoemd…….. maar ‘schat’? Wie zou dat gedacht hebben? Dat ze me ooit
nog es ‘schat’ zou noemen? De wonderen zijn de wereld niet uit en ik at die
avond extra lekker.
Egbert Fokkema.