ERAFokkemaPhotography
Go to content

Korac

Onderwijs & Zo
 
Korac

Zijn ouders waren gevlucht uit Joegoslavië, toen daar de oorlog in alle hevigheid woedde. Uiteindelijk waren ze in Nederland terecht gekomen en hij via via in mijn klas.
Misschien dat het een taalprobleem op de lagere school was, waardoor hij VMBO advies had gekregen, misschien ook wel omdat hij niets deed. Bij mij deed hij niks, tenminste. Hij vertelde iedereen die het horen wilde dat hij later HBO ging doen en in eerste instantie zag ik dat als grootspraak. Maar Korac verveelde zich op school omdat hij niets deed en haalde toch goede cijfers voor Economie wat voor een Basis klas niet helemaal vanzelfsprekend is.  
De tijd vulde hij het liefst met het aangaan van discussies.  Zo rond Sinterklaas moest onze folklore het ontgelden omdat Sint gebruik maakte van Zwarte Pieten en dat vond hij slavernij. Hij was bereid geweest de discussie vol te houden tot Kerst, maar dat leek me geen goed plan. Ik wilde ook nog lesgeven. Bovendien zou met Kerst ongetwijfeld een nieuwe discussie ontstaan, want Korac was moslim.
De andere lessen zonder actuele gebeurtenissen die hij kon aangrijpen, vulde hij op met discussies over het communisme. Meer in het bijzonder het Joegoslavische arbeiderszelfsbestuur dat onder Tito functioneerde en volgens hem het beste systeem ter wereld was.
Zelfs mijn klas, die het geweldig vond als er verwoede pogingen werden ondernomen om mijn lessen te verstoren of te saboteren, werd hem zat en het communisme erbij. Ze zagen zichzelf hun mp3 spelers al moeten delen met de minder bedeelden. Verder deed Korac er dan nog een schepje bovenop door het kapitalisme te veroordelen als een oneerlijk systeem. Zodra hij begon, reageerde de klas al van: “Oh, niet weer Korac, we weten het al”.
De discussies leidden ertoe dat ik meer en meer de overtuiging kreeg, dat hij HBO zou kunnen doen. Hij was intelligent en wist precies hoe hij mensen uit hun tent moest lokken. Als het even bij mij niet lukte, omdat ik op mijn qui-vive was, koos hij een andere leerling, die daar dan prompt weer intrapte.  99% van zijn zinnen begonnen met: “Ja, maar...”
Toch maakten zijn klasgenoten daar weer misbruik van, als ze het achtste lesuur economie moesten doen en geen vut meer hadden. Ze hoefden dan alleen maar het woord 'communisme' te laten vallen en Korac vulde de hele les  met zijn befaamde 'ja maar' zinnen, als hij de kans zou hebben gehad, maar zover liet ik het niet komen.
Toen werd ik gebeld door iemand van de kinderbescherming: hij was opgepakt omdat hij op de uitkijk had gestaan bij het stelen van een autoradio. Ze stelden me allerlei vragen over zijn gedrag op school.
Onder vier ogen sprak ik hem erop aan. Ik had dit niet van hem verwacht. Ik preekte dat het een lieve lust was. Ik had het over zijn toekomstplannen, die hij ook aan de kinderbescherming kenbaar had gemaakt.
“Zo word je toch nog een vuile kapitalist”, besloot ik mijn preek.
“Ja, maar meneer.......... Ik doe dat nooit meer.” Voor het eerst waren Korac en ik het eens!

 
Egbert Fokkema
Back to content